Sportcafé en zwemmen

Harèl doet verschillende dingen als vrijwilliger. Zo helpt hij eens in de paar weken bij het sportcafé. “Dat vind ik geweldig, even de cliënten uit de dagelijkse sleur halen. We babbelen lekker met elkaar, lachen als de favoriete club van de ander verliest. Het is allemaal heel puur. Dat vind ik het mooie aan deze doelgroep. Het maakt niet uit wie je bent, waar je vandaan komt of hoeveel geld je hebt. Dat zouden meer mensen af en toe mee moeten krijgen.”

Naast het werk bij het sportcafé zwemt Harèl ook elke week met cliënten. Hij geniet vooral van hun plezier in het water. “Als je ziet dat er cliënten zijn die bijna niks kunnen, maar helemaal opbloeien in het water, doet dat wel iets met je.” Voor de vrolijke vrijwilliger heeft het zwemmen met de cliënten nog een ander voordeel. “Eerlijk is eerlijk: het mes snijdt aan twee kanten. Het water is heerlijk warm, dat is voor mijn botten, gewrichten en spieren ook heerlijk. Geen hoofdzaak maar zeker een fijne bijkomstigheid.”
Volgens Harèl ziet het zwemmen voor iedere cliënt er anders uit. Al begint het voor de hele groep hetzelfde: met een kopje koffie. “Na de koffie gaat een deel van de groep zwemmen en een deel sporten. Hoe dat eruitziet is echt voor iedere cliënt anders. De een wil gewoon lekker peddelen en de ander wil een beetje met de bal bezig zijn. Het belangrijkste is dat we, voor wie dat wil, even contact kunnen maken en alles vergeten.”